Heeft Poetin een balk in zijn oog en wij een splinter?
Dat zou ik toch niet willen zeggen, in deze rare winter.
We hadden corona en daarna stevige rukwinden.
En nu oorlog: wat moet je daar van vinden?
‘Zij zijn slecht en wij zijn goed’,
Trap er niet in, het leidt tot bloed.
‘Broeder’, noemen wij degene mag veranderen,
terwijl het kwade in eigen tuin voort kan meanderen.
‘Huichelaar’, zegt Jezus dan tegen jou en mij,
Álleen van goedheid wordt een mensenkind blij.’
Door je voorbeeld kun je anderen verder helpen,
Door je kritiek wals je over gebroken schelpen.
Er zijn kuilen genoeg op ons levenspad om in te vallen,
daarom moeten wij het kwade in onszélf versmallen.
Met carnaval roepen en zingen wij nog even,
Laat na Aswoensdag wat stilte toe in je leven.
Stilte voor de Allerhoogste om zijn werk in ons te doen,
Het gaat uiteindelijk niet om eer, lol en poen.
Het gaat erom de dood te overwinnen,
en dat doe je met zweten en bezinnen.
Zweten om goede werken tot stand te brengen,
En bezinnen om je wijsheid te verlengen.
Dan verdwijnt de kloof tussen hemel en aarde,
je stervensuur wordt een poort van grote waarde.
Wie zegt dat in de hemel geen bier is,
doet alsof de Heer geen herbergier is.
Maar pas daar komen wij echt thuis,
en begint het gelukkige feestgedruis.
Carnaval duurt maar een paar korte dagen,
De zaligheid die blijft, dáár moeten wij om vragen.
Daarom broeder,
daarom zuster,
Maak er een heilige vastentijd van dit jaar,
dan ben je op het einde niet de sigaar.
Bid, bid veel, bid altijd,
stralen zul je in eeuwigheid.
Amen.
