Zomerfeuilleton 3
Zo kwam de kleine prins in de Sahara, waar iemand motorpech had. Ze raakten met elkaar in gesprek. Het klikte. De kleine prins vertelde alles wat hij had beleefd. En over zijn roos. Hoe zou het nu met haar gaan? Zouden de vier dorens wel genoeg zijn om haar te beschermen tegen de wilde dieren? Op een dag raakte de kleine prins in gesprek met een slang, zonder dat zijn nieuwe vriend het wist. Die trof hem bovenop een muurtje aan, lijkbleek. Slangen zijn gevaarlijk. De kleine prins zei dat hij die avond naar zijn asteroïde terug zou gaan. ‘En als je mijn ster ziet, zal ik de andere laten rinkelen.’ Dat zei hij lachend, maar ook een beetje melancholisch. Hij kon niet meer zo goed lopen. Zachtjes viel hij in het zand, als een blad van een boom. Degene die het gezien heeft, vertelde alles aan de mensen toen hij weer veilig in de bewoonde wereld was. Als hij naar de sterren keek meende hij belletjes te horen rinkelen. En dacht hij aan zijn kleine prins…
