We hebben de gedachtenis van de H. Antonius van Padua gevierd. In een van zijn preken schrijft hij: ‘Mogen wij vervuld worden van een diepe geest van berouw en ontstoken door vurige tongen van lofprijzing. Dan zullen wij als brandende toortsen in de heerlijkheid van de heiligen de drieëne God mogen aanschouwen.’
Antonius kon het raak zeggen. Aanvankelijk wilde hij missionaris worden in Afrika, maar door ziekte raakte hij aan bed gekluisterd. Het einde van een jongensdroom. Maar zo werd Antonius gelouterd om nog meer Gods wil centraal te stellen in zijn leven. Iets dergelijks zien we bij de heilige Liduina van Schiedam die we gisteren gevierd hebben.
Dingen kunnen in het leven heel anders gaan dan we gehoopt hadden. In plaats van te komen tot verbittering, wijzen de heiligen ons de weg om vurig van hart te blijven. ‘Als een brandende toorts’ zegt St. Antonius. Als we God verlaten, dooft ons innerlijke vuur. We willen ons dan verwarmen aan de gloed van de zonde. Het is begrijpelijk; een mens zoekt warmte. Maar als hij die warmte niet zoekt bij God, koelt hij steeds meer af. We zien het bij genoeg tijdgenoten. Ze hebben alles, het gaat hen voor de wind, maar ze zijn toch niet gelukkig. Ze missen iets maar ze weten niet wat. Of: ze weten het wel maar ze willen niet veranderen.
Pas als zij zoals Antonius vervuld worden van een diepe geest van berouw, kunnen zij dingen loslaten die niet goed voor hen zijn, om het kruis te kunnen omhelzen van Christus die gezegd heeft: ‘Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij. Ik ben zachtmoedig en nederig van hart en gij zult rust vinden voor uw zielen.’ De toorts van de christen draagt geen wilde vlam die de ziel verschroeit, maar een rustige en heldere vlam die zielen bij elkaar brengt in Gods Naam.
Op dit feest mogen we nog een vergelijking maken. De vader is de toorts, het vuur de Geest en het licht en de warmte geeft de Zoon. Door het doopsel krijgen wij deze toorts, verzinnebeeld door de doopkaars. De vlam wordt aangewakkerd in het vormsel en telkens weer gezuiverd in de biecht. Dat is het vuur waardoor andere zielen worden aangetrokken. Als ons uur gekomen is willen wij zoals Antonius met brandende toorts de drieëne God aanschouwen. Wat er ook gebeurt in ons leven, welke teleurstellingen wij ook te verwerken krijgen, dit is onze roeping, dit is onze hoop. H. Antonius, bid voor ons opdat wij de beloften van Christus waardig worden. Amen.
Voorbede
Voor de pasgewijde priesters in ons land, dat zij net als Sint Antonius brandende toortsen mogen zijn voor hun broeders en zusters. Laat ons bidden.
Voor de wereldse leiders, dat zij mogen geloven in de vlam van de vrede waarnaar mensen verlangen. Laat ons bidden.
Om zegen over de H. Hartmaand, dat mensen aangetrokken worden tot zijn liefde. Laat ons bidden.
Voor hen die een grote teleurstelling moeten verwerken, dat zij hun leven in Gods hand kunnen leggen om vrede te vinden. Laat ons bidden.
Voor ons persoonlijke intenties (…) en voor onze dierbare overledenen (…), dat zij met brandende toorts de drieëne God mogen aanschouwen. Laat ons bidden.